De koolmezen zijn verdwenen
Halverwege het derde hoofdstuk van Een woord een woord gebeurt er iets vreemds. De auteur, Frank Westerman, beschrijft hoe hij midden in een heftig gesprek zit over de moord op een onschuldige Nederlandse treinmachinist door een groepje rebellerende Molukkers, als hij op het tafeltje naast hem een koolmees ziet landen. Even later landt er nog een. Westerman onderbreekt zijn verslag voor een moment en schrijft eerst wat over de twee mezen. Hoe ze kruimeltjes van een schoteltje pikken. ‘Tussendoor richten ze zich op en kantelen hun kopjes.’ (meer…)