Dit boek mag niet in de kast ontbreken
In zijn testament vermaakt Anton Tsjechov (januari 1860–juli 1904) zijn bezit en de inkomsten uit zijn werken voornamelijk aan zijn familie, zijn zuster Maria, koosnaam Masja, voorop. Natuurlijk krijgt zijn vrouw Olga ook een van zijn datsja’s en een flinke som geld, maar na de dood van zijn zuster en moeder dienen de overgebleven gelden en rechten te worden overgedragen aan het bestuur van Tsjechovs geboortestad Taganrog, ‘ten behoeve van de volksontwikkeling’. (meer…)